Soms vergeten belastingplichtigen wel eens dat kosten enkel aftrekbaar zijn in de mate dat ze beroepsinkomsten genereren… of misschien beter verstaanbaar, als de kosten beroepsmatig zijn! En er wordt ook te weinig bij stil gestaan dat het bewijs van dit beroepsmatig karakter door de belastingplichtige moet geleverd worden.
Een bloemlezing van enkele recente ervaringen bij fiscale controles… waarbij opnieuw de regel geldt: Een verwittigt man…
– restaurantbonnetjes: best de naam van de persoon (klant/leverancier) vermelden met wie je ging lunchen of dineren
– onderhoudswerken aan gebouwen: altijd duidelijk werfadres laten vermelden en aard van de werkzaamheden (indien verwezen wordt naar offerte, offerte aan de factuur pinnen)
– relatiegeschenken: opletten voor het bedrag (voor grote geschenken moeten inkomstenfiches opgesteld worden!)
– relatiegeschenken: vermelden aan welke relaties uitgedeeld en/of in kader waarvan (geboorte, …)
– relatiegeschenken: duidelijk vermelden wat gekocht werd (dus niet gewoon referte ‘relatiegeschenk’ op factuur laten zetten)
– publiciteit: duidelijk vermelden wat de tegenprestatie is (vb niet enkel ‘sponsoring’, maar wel ‘logovermelding op affiches en flyers’)
– publiciteit: voor grote bedragen onderliggende contracten kunnen voorleggen
– lidgelden: bijdragen aan serviceclubs of golfclubs worden in de regel verworpen alhoewel de rechtspraak verdeeld is; wil je toch proberen, zorg dan voor lijsten van verkopen aan relaties die je in de betreffende club hebt gemaakt
– investeringen: opletten met zaken zoals wasmachines, ijskasten, sanitair… de controle zal het betreffende toestel willen zien – ook de aankoopfactuur moet voldoende duidelijk zijn (artikelnummer)