Werken in onroerende staat (kort door de bocht zijn dit ‘aannemingswerken’) moeten gefactureerd worden met verlegging van de BTW naar de medecontractant, indien uw medecontractant u een geldig en correct BTW nummer doorgeeft.
Daar durft het in praktijk wel eens mislopen; want soms geven uw klanten een nummer door dat ofwel lijkt op een BTW nummer maar er geen is (dat is de keerzijde van het gebruiksgemak om een ondernemingsnummer te hebben dat dienst kan doen als een BTW nummer), ofwel dat een BTW nummer is maar waarbij de klant niet aan alle normale BTW verplichtingen moet voldoen (ja, het kan, een BTW nummer hebben zonder dat je periodieke aangiften moet indienen).
Tot voor kort was je als uitschrijver van de factuur altijd gehouden tot voldoening van de BTW als je foutief factureerde met medecontractant… ofwel deed je altijd een bewuste controle op het opgegeven BTW nummer (via de VIES website), ofwel ging je uit van de eerlijkheid en correcte BTW kennis van je klant.
Het durfde dus wel eens mislopen, en bij controle was je dan – kort gezegd – de pineut. De BTW verhaalde immers 21% BTW bij u als verkoper, inclusief boete én nalatigheidsintresten.
Daar is per heden een oplossing voor gekomen – zet vanaf heden volgende mededeling op uw verkoopfactuur, en u bent gevrijwaard:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”