Weinig zaken in de fiscaliteit klinken zo exotisch als ‘de holding’. Menig persoon denkt dat het gebruik van een holdingvennootschap gelijk staat met het uitsparen van enorme sommen aan belastinggeld. De realiteit is echter, zeker voor de gewone KMO, eerder ontnuchterend.
Het voornaamste voordeel van een holding blijft te bezien in het kader van een overname van een vennootschap (aandelentransactie). Indien de aandelen privé worden gekocht, moet de overnamesom privé terugbetaald worden. Vooreerst weten we dat privé geld verdienen veel belastinggeld kost (65 à 70% indien loon; 50% indien via dividenden). Bovendien zijn de intresten die betaald worden voor de lening om de overname te betalen slechts in bepaalde gevallen aftrekbaar.
Via een holding zijn de intresten ten eerste volledig aftrekbaar, zonder voorwaarden. Ten tweede kan geld van de dochtervennootschap (de overgekochte vennootschap) fiscaalvriendelijker naar de holding versluisd worden (enkel de dochter betaalt vennootschapsbelasting; de holding moet op die winsten niet nogmaals belast worden). Indien er reeds veel reserves aanwezig zijn in de dochtervennootschap, kan de holding zelfs daags na aanschaffing van de aandelen deze center naar zich toe trekken.
Dus, de holding als fiscaal interessant vehikel om aandelen van vennootschappen aan te kopen… zeer zeker.
Maar voor vele KMO’s blijft het hierbij dan ook gezegd. Een holdingstructuur creëren met je eigen reeds bestaande firma’s is niet altijd voordeliger. Op dat ogenblik komen er immers een hele hoop (o.a. fiscale) elementen bij kijken. We sommen even de voornaamste voor- en nadelen op.
Pro:
•Holding gebruiken als financieringsmiddel voor groei
–Dochtervennootschappen kunnen opgericht worden met kapitaal belast aan 34% vennootschapsbelasting
–Holding als kredietverschaffer van dochters (lening of kapitaal)
•Bij overnames van externe vennootschappen, zijn bankintresten op krediet overname aftrekbaar
•Duidelijke structuur
–Gemakkelijker voor successieplanning en erfopvolging te plannen
•Grote inbrengwaarde op langere termijn als kapitaalvermindering belastingvrij uit de vennootschap te halen
Con
•Verlaagd tarief vennootschapsbelasting niet meer van toepassing bij dochters (vooral indien winst < 90.000 euro van belang; bij meer winst is dit voordeel erg beperkt)
•Geen verlaagd tarief voor de holding indien financiële vaste activa > 50% kapitaal & belaste reserves
–Geldt niet indien financiële vaste activa > 75% van het aandelentotaal van de dochter
•Dividenden omhoog halen kost 1,7% meer vennootschapsbelasting
•Meerwaarde op aandelen indien minder dan 1 jaar in bezit van de holding
•Inbreng in holding enkel na positieve ruling; anders risico van taxatie meerwaarde in de personenbelasting aan 33%
•Nieuwe thin-cap regel vanaf 1/1/2012
–Intresten betaald op intra-groepsleningen zijn niet aftrekbaar in de mate dat de intragroepsleningen meer bedragen dan 5x het eigen vermogen
–Opgelet: indien geen intresten gerekend worden mogelijks belasting bij de potentiële verkrijger van de intresten (holding) indien deze fiscaal verlies zou maken (een abnormaal voordeel is altijd belastbaar in een verliessituatie)
•Verkoop van dochtervennootschappen
–Meerwaarde vrijgesteld van vennootschapsbelasting (indien deelneming meer dan één jaar in bezit)
–Maar om geld privé te krijgen, nog dividenduitkering nodig aan 25% roerende voorheffing (of holding ontbinden, dan 10% R.V.)
–Indien aandelen privé gehouden; volledig vrijgestelde meerwaarde aandelen
Moraal van het verhaal: best op voorhand goed de voor- en nadelen afwegen. Vergeet ook niet dat een holding oprichten via inbreng een dure operatie is (revisorale verslagen, erelonen accountant, …).