UNIZO schreeuwt het al jaar en dag uit… wil de wetgever de ‘vervennootschappelijking’ van kleine éénmanszaken tegengaan, dient ze dringend te voorzien in een gelijkvormig fiscaal kader. Eén van de fiscale voordelen van een vennootschap was het aangaan van een Individuele Pensioentoezeggin (IPT) voor haar bedrijfsleiders. Eénmanszaken konden enkel voor een aanvullend pensioen zorgen via de formule van het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen… een formule die trouwens mogelijk is voor alle zelfstandigen, ook de bedrijfsleiders dus.
Bedrijfsleiders met een eigen vennootschap hadden dus duidelijk een boontje voor…
Gelukkig kan vanaf 1 januari 2018 de zelfstandige met een éénmanszaak ook sparen voor een aanvullend pensioen via de nieuwe “Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen” (POZ afgekort); in de volksmond worden IPT en POZ gemakkelijkheidshalve als ‘groepsverzekering’ bestempeld.
De premie van deze extra pensioenspaarformule zorgt voor een belastingvermindering van 30% van de betaalde premie. Bij uitkering wordt het kapitaal belast aan ongeveer 12% (10% inkomstenbelasting en nog enkele kleinere taksen). De fiscale behandeling maakt het vehikel dus zeker interessant.
Of de POZ een groot succes zal kennen, moet nog blijken. Jammer genoeg kunnen de vorige jaren niet ingehaald worden, hetgeen bij een klassieke IPT wel kan (de backservice). Enige nuance misschien, een backservice in een POZ kan wel, maar enkel voor de jaren die lopen vanaf 1/1/2018.
Daarnaast is de premie ook beperkt in functie van het resultaat van de éénmanszaak gedurende de afgelopen 3 jaar. De berekening besparen we jullie, die laten ook wij over aan de verzekeringsmaatschappij.
Voor onze klanten (éénmanszaken): we zullen in het najaar (als de eerste polissen beschikbaar zijn) opvolgen of een POZ voor u interessant kan zijn. We bekijken dan samen de mogelijkheden.